Concordia sonorum
in the mood
Paul Meeldijk
Er meldt zich een jongen aan de deur met groot enthousiasme. Egbert Bouwers, zijn collega in de werkverschaffing bij aanstekerfabriek Poppell en een buurjongen uit mijn jeugd, stuurt hem vanwege mijn gitaren. Voor ik het weet is hij al boven en bewondert de instrumenten die aan de muur hangen. Wij hebben direct veel te bespreken, want hij is ook een Alles Man. Net als ik kan hij timmeren en bouwen, elektra, gas en water aansluiten, elektronische schakelingen solderen en nog veel meer. En, niet het onbelangrijkste, hij kan gitaarspelen.
Met Paul blijf ik jarenlang bevriend, in goede en in slechte tijden. Wij zijn met gitaren in de weer, met effecten en versterkers. Wij wonen zelfs een week bij Wabe in Utrecht om een keuken te bouwen. De grootste klus moet nog komen, maar die bespreek ik in een andere aflevering. Vangen wij aan met onze gezamenlijke muzikale reis.
Het ICO
De oude Muziekschool, waar ik mijn eerste lessen op de bugel genoot op 9-jarige leeftijd, is veranderd in het moderne Instituut voor Creatieve Ontwikkeling. In de zijvleugel bevindt zich nu het Poplokaal, een zaaltje vol met drumstellen, keyboards, synthesizers, bassen, gitaren en versterkers, en een zanginstallatie. Hier worden de Poplessen gegeven, gratis voor eenieder die lessen op het instituut volgt. Wij hoeven alleen maar gitaarles te nemen, zegt Paul, met de voor ons als steuntrekkers geldende draagkrachtkorting van 90% op het lesgeld, en dan kunnen we naar hartenlust aan de gang met elektrische gitaren en versterkers van topkwaliteit.
Sjef Smeets
Een week later betreden wij het leslokaal, ons verlustigend aan de verzameling instrumenten en apparatuur. Docent Sjef is een bebaarde langharige oude rocker met ruime ervaring in het vak. Zijn filosofie is deze: gaan met die banaan, en maak het niet te moeilijk. Je treedt immers niet alleen op. Hij speelt ons alle instrumenten voor, inclusief het drumstel, op eenvoudige maar effectieve wijze. Met een minimum aan theorie en papierwerk worden de nummers ingestudeerd, om die aan het eind van de cursus ook in het echt uit te voeren. De groep is samengesteld als een moderne rockband met drums, bas, toetsen, gitaar en zang. De zangeres is een kleine kortharige dame met een geweldige stem.
Juliette Schrijer
Ik bemoei me intensief met het meisje. We worden goede vrienden en beginnen samen op straat op te treden in Groningen, Zwolle en Utrecht. Ons beperkte repertoire is geen bezwaar, daar niemand van het publiek langer dan 20 min. blijft staan. Mijn grote blonde gitaar, bespeeld met korte, percussieve jazzakkoorden, combineert prachtig met haar zuivere stem. Op Hoog-Catharijne verdringen zich de toeschouwers. Wij spelen songs uit The Real Book, zoals "Ain't She Sweet" en “The Lady Is A Tramp”, die het publiek met luid applaus beantwoordt.
Het komt zover dat ik drie weken liftend met haar Europa rondtrek om ons geld met straatmuziek te verdienen. In Parijs geven we bloed in ruil voor een maaltijd. Gratis steken we het Kanaal over naar Engeland, omdat per voertuig betaald wordt. We ontmoeten vriendelijke mensen, die ons van leeftocht en onderdak voorzien.
Onze gezamenlijke avonturen, het muziekmaken, het slapen in dezelfde tent, het delen van onze ideeën die dikwijls op elkaar aansluiten, al deze factoren drijven mijn gedachten een kant op, die ze eigenlijk niet op moeten. Ik beeld mij in dat ik liever bij dit meisje verkeer dan bij mijn vaste vriendin Attie, en de wens komt bij mij op de relatie te verdiepen. Als een wakende engel is het echter de diversiteit van de Voorzienigheid zelve die mijn voet voor wankelen behoedt. Wanneer ik haar op een camping in Normandië schoorvoetend mijn overdenkingen openbaar, vertelt zij mij bedroefd, dat haar seksuele geaardheid een dergelijke betrekking ten enen male uitsluit.
Het is een beginnersfout die veel muzikanten maken. Ik zal het nog vele malen zien gebeuren om mij heen, relaties opbrekend en huwelijken verwoestend. Liefde en muziek zijn gescheiden emoties, die men maar al te gemakkelijk met elkaar verhaspelt. Tegen Michiel Koperdraat was mijn credo: geen vrouwen in de band. Toch is het een vrouw die mijn gitaarspel op een aanzienlijk hoger niveau tilt.
Jeannie Hoving
Ze is wat ouder dan ons, maar mooi om te zien. Met ranke, resolute vingers beroert zij de snaren, soms zoetgevooisd, dan weer met krachtige bewegingen. Haar voet op de gitaarkruk, het instrument stevig geklemd tussen de slanke benen, brengt ze Paul en mij in grote vervoering.
Al is ons hoofddoel de cursus popmuziek, onze inschrijving betreft de lessen Klassiek Gitaar. Afzonderlijk van elkaar volgen wij wekelijks deze lessen, bij dezelfde juf. Een juf die ons tot grote hoogten brengt. Zozeer zijn wij onder de indruk van deze elegante vrouw, dat het ons niets liever is dan haar waardering te verdienen. Urenlang studeren we ons de blaren op de vingers voor het geringste compliment. Deze opmerkelijke ijver legt ons geen windeieren: spoedig blijkt dat wij in aanmerking komen voor de Vooropleiding voor het Conservatorium, een tweejarige cursus met een uur extra theorie, voor hetzelfde geld. Graag nemen wij de uitdaging aan. Met nog een derde student beginnen wij een gitaartrio.
Pieter Nanuru
Van ons drieën is Pieter wel de meest talentvolle. Ogenschijnlijk moeiteloos en met groot gevoel voor dynamiek en voordracht vertolkt hij de moeilijkste etuden en suites. Wij spelen op de verplichte voordrachtavonden, maar organiseren ook zelf enkele concerten in buurthuizen en gemeenschapsgebouwen. Hier treden wij elk afzonderlijk op, maar ook als duo of trio. Aldus bereiden wij ons terdege voor op het aanstaande toelatingsexamen. Wij leren te spelen met bravoure, en langzaam begint de podiumangst hanteerbaar te worden.
Pieter is een hypochonder, en nooit tevreden over zichzelf. Speelt hij in onze oren foutloos, dan vervloekt hij zichzelf om zijn vermeende stommiteiten. Na overladen te zijn met onze welgemeende complimenten komt hij dan meestal weer tot rust.
Antoine Prevost
Theorie en solfège worden ons bijgebracht door een oudere heer met het uiterlijk van Albert Einstein. Streng maar rechtvaardig begeleidt hij ons door de wereld van de kwintencirkel, de getempereerde intervallen en de drieklanken. Wij nemen kennis van canons, fuga’s en contrapunt. Bij de solfège komt het erop aan, op de piano gespeelde meerklanken te kunnen benoemen en intervallen van blad te kunnen zingen. Indachtig de kerkzang van mijn vader beijver ik mij om de tonen te raken. Mijn tot dusver intuïtieve beleving en uitoefening van de muziek krijgt een extra theoretische ingang, die echter nooit de grondslag vervangt: muziek maak je met je oren. En het meest leer je in de praktijk. Paul en ik sluiten ons aan bij een jazzband.
Jan Misdom
Filofonisch Orkest Bartje’s Infarct (FOBI) is een licht elitair orkest, bestaande uit dokters en advocaten. Zo elitair zijn ze echter niet, dat ze ons niet toelaten als aspirantleden. Het is namelijk ook niet zo, dat dokters en advocaten per se ook allemaal goede muzikanten zijn. Deze zijn zoals wij weten, verspreid over alle lagen van de maatschappij, met een piek onder de werklozen. Wij bezorgen ons een Yamaha tenortrombone van gelakt koper, een mat verzilverd Besson euphonium, een verchroomde King bastuba en een zware geheel metalen Conn sousafoon bij Sjoerd Kleefstra1, instrumentenbeheerder van de fanfare “Jubal”. Geen haan zal ernaar kraaien, zegt Sjoerd, zichtbaar in zijn nopjes met de fles jonge jenever.
FOBI’s orkestratie omvat voornamelijk blaasinstrumenten, aangevuld met piano, zang en enig slagwerk. Wij brengen een wonderlijk repertoire, dat bestaat uit liederen geïnspireerd door de Balkanmuziek en de jazz, alles gecomponeerd door Jan Misdom, de geniale maar bij tijden verwarde orkestleider. Hierbij is kwistig gestrooid met onregelmatige maatsoorten en Oosterse toonaarden, hetgeen mij later nog van pas komt in de Griekse muziek. Er is veel ruimte voor vrije improvisatie, ook voor de trombone. Ik laat het instrument grommen, schetteren en kwaken, gebruikmakend van een rubberen gootsteenontstopper als demper. Het euphonium wordt ingezet bij statige melodieën of ter invulling van de ritmische begeleiding in de Oost-Europese gedeelten.
Paul begeeft zich met zijn Groot Koper in het onderste bereik. Bij tekort aan adem grijpt hij dikwijls naar zijn elektrische basgitaar. Als autodidact beginnend blazer ontbreekt het hem immers aan een gedegen praktische opleiding, zoals ik die heb genoten bij de Chr. Fanfare “Oranje”. Veronachtzamen wij daarbij niet de aanzienlijke luchtverplaatsing die de grootste blaasinstrumenten vereisen. Deze is, afhankelijk van toonhoogte en volume, rond de honderd liter per minuut. Veel sousafoonspelers ervaren een natuurlijk high, veroorzaakt door zuurstofgebrek in de hersenen.
Jan Misdom vindt het prachtig. De attack van de basgitaar geeft hem een nieuwe bouwsteen om mee te werken en combineert op magische wijze met de grotere trommels van het slagwerk. Als rockers is ons dit natuurlijk allang bekend. Wij treden op bij lezingen, galerieën en andere gelegenheden die door dokters en advocaten worden bezocht. Grootste wapenfeit is de opera Mahagonny op muziek van Kurt Weill en met een libretto van Bertold Brecht, die wij aangevuld met enige gastmuzikanten uitvoeren in theater “Bellevue” voor een publiek van honderden mensen.
Jack Westra
Docent saxofoon Jack Westra ziet eindelijk zijn levensdroom werkelijkheid worden: een eigen big band. De muzikanten ronselt hij onder de studenten van het ICO, en binnen de kortste keren heeft hij er genoeg bij elkaar om de repetities te beginnen. Ik nestel mij in de vierkoppige trombonesectie, terwijl Paul zich de elektrische gitaar omhangt. Het repertoire is een bont geheel: de swing van Duke Ellington, Count Basie, Benny Goodman en Glenn Miller, maar ook modernere stukken en bewerkingen van bekende popsongs.
Jack is een gedreven dirigent, streng waar nodig, maar steeds met het plezier van de muziek voorop. Onder zijn handen stijgt de jonge troep boven zichzelf uit. Er is ruimte voor improvisatie, maar het mooist blijft toch het volle geluid van de secties: de knetterende trompetten, de snerende saxen en de donderende trombones, die elkaar in blokakkoorden afwisselen en versterken op de beat van drums, bas, piano en gitaar.
Het duurt niet lang of we staan op pleinen en straathoeken in Assen en Groningen. Het koper schalt, de saxen scheuren, kinderen dansen en ouderen knikken goedkeurend mee op de maat van In the Mood2. Voor even is de stad veranderd in een ballroom, en genieten spelers en publiek van dezelfde opzwepende droom.
Collectief
Op deze wijze kom ik in aanraking met de muziekbeoefening in vele facetten. De opgelegde eenkennigheid van de middelbare school is allang verdwenen en met groot plezier duik ik in een veelzijdige wereld, bevolkt door een keur aan persoonlijkheden. Het samenspelen is immers niet een synchrone opeenvolging van noten, maar een complex geheel van menselijke interactie. Een collectieve prestatie, waarbij de een de ander ondersteunt en waar nodig aanvult. Personen met opgeblazen ego’s zijn ongewenst – zij kunnen beter solist worden. Net als in de liefde eigenlijk. Maar haal ze niet door elkaar.
naam gefingeerd i.v.m. privacy
Glenn Miller - In The Mood


