Vita brevis, musica aeterna
live and dangerous
Jan Smiemans
Pas later, op zijn grafsteen, lees ik zijn werkelijke naam. Bij ons is het kortweg Smie. Hij is de meest schilderachtige figuur in de Eiberstraat, en velen kijken tegen hem op. Ik heb daar echter geen zin in. Ik kijk op noch neer, maar pas mijn eigen hoogte aan. Hij komt zich dan ook spoedig melden, eerst maar om er eentje op te steken. Tevreden beschouwt hij mijn verzameling rookwaren: de Nederwiet, de zwarte hasj, de lichte Winner shag, de blauwe Rizzla+ en de tipjes. Als ik hem mijn van Andonis geleerde jointjesdraaikunsten vertoon, is het ijs helemaal gebroken. Voor de joint half opgerookt is, zijn wij vrienden voor het leven. Voor zijn leven, zoals later blijkt.
soundscape
Smie voelt zich meteen thuis in mijn bescheiden huiskamer gevuld met gitaren, effecten, kabels en reel-to-reel taperecorders. Laatstgenoemde worden ingezet voor het creëren van loops en zich anderszins herhalende patronen. Daarbij laat ik de bandlus door drie recorders lopen, de signalen van de laatste twee terugvoerend naar de eerste. Aldus creëren wij een tapijt van geluid, dat zich algedurig langzaam oplost in een harmonische achtergrondruis die bestaat uit al onze gespeelde noten, door het herhaald opnemen gereduceerd tot hun essentie. Het kwaliteitsverlies van de magnetische geluidsdrager is in dit geval een positieve factor. Weldra zijn wij verzonken in zulk een soundscape, daarbij de gitaren als een boss hanterend. Beiden weten wij de snaren ongemeen goed te raken en komen tot grote hoogten.
De Warme Bossen
Met Smie als zanger, Danny Kok op bas, Jos Eggens op drums en mijzelf op gitaar beginnen we een hardrockband. Gerepeteerd wordt wekelijks in de groepsruimte van camping “De Warme Bossen” te Schoonloo. Wij brengen individueel coverwerk van Thin Lizzy, Iron Butterfly, Hawkwind, Motörhead en meer, en hebben een reeks van gigs in kroegen en buurthuizen op het platteland.
Als gitarist heb ik een vrije rol. Het zijn de bas en de drums die de beat maken, en daar kan ik onbeschaamd overheen gieren. Het is tenslotte hard rock, het belangrijkste is het volume. Hiertoe ben ik voorzien van een 100W London City buizenversterker die acht Celestion G12H Greenback speakers aandrijft met een zodanige gezamenlijke luchtverplaatsing, dat mij bij tijden de broek begint te flapperen. Het enorme volume brengt de snaren weer aan het trillen, die daardoor op aangename wijze eindeloos doorzingen. Nog steeds piepen ze mij in de oren. De metalen nagels, die ik voor de akoestische gitaar in de Griekse muziek op mijn vingers lijm, hebben geleid tot een unieke hybride speelwijze, enigszins lijkend op de clawhammer techniek, maar met meer mogelijkheden voor polyfonie. Er is immers geen tweede gitaar.
Wij gedragen ons als beesten op het podium, met onverwacht succes. Smie betoont zich een begenadigd zanger, die - mits voldoende ingerookt en ingedronken - zijn podiumact met verve uitvoert. Weer gaat het om energie. Het publiek wil geen reeks van perfect gespeelde noten, maar een band die met passie de songs op eigen wijze gestalte geeft.
Toyota
Smie wordt een regelmatig terugkerende gast. Een beetje te regelmatig naar mijn smaak. Ik koester mijn eenzame momenten, mijn rustpunten en oplaadstations die de laatste tijd steeds zeldzamer worden in de toenemende hectiek van het leven. Zowel muzikaal als op het erotische vlak hebben zich mijn activiteiten aanzienlijk uitgebreid, en veel tijd voor mijzelf heb ik niet meer.
Het alcoholpercentage in zijn bloed is immer boven het wettelijk toegestane maximum, wat het autorijden tot een hachelijke zaak maakt. Ik word de officiële chauffeur van zijn oeroude Toyota Crown, die met de ramen potdicht gereden moet worden om de rook van de jointjes extra te genieten. Bij stoplichten verzoekt hij mij snel op te trekken, zodat zijn slok bier door de traagheid van de vloeistof met meer kracht in zijn slokdarm stroomt. In de Rolderstraattunnel houd ik een nauwkeurig bepaalde snelheid aan bij het afdalen, teneinde onze geesten de kans te geven kortstondig het lichaam te verlaten. De geest, mits voldoende vertraagd, kan de beweging van het lichaam niet volgen en volhardt in een horizontale vector, waar het op dat moment geestloze lichaam samen met het voertuig de tunnel in duikt.
De meeste ritjes zijn naar koffieshop The Happy Corner in de Oude Molenstraat. Daar laat ik de grote wagen langzaam en smooth tot stilstand komen als in een gangsterfilm, alvorens Smie en SpaceKees te laten uitstijgen en onmiddellijk weer te vertrekken. Na het maken van een ronde door de stad langs Koopmansplein, Weiersstraat en Het Kanaal kom ik ze dan weer oppikken. Het feit dat de auto en de eigenaar van dezelfde bij de politie bekend zijn, voegt nog een aangename spanning toe.
whiskey
Een alcoholist kan geen langdurige relatie vasthouden. Esther de Groot, Trijntje Stoter en Betsy Henderiks geven hem achtereenvolgens al hun liefde, die hij niet in staat is te beantwoorden. Hoofdzaak is bij hem zijn quotum, dat hij zorgvuldig over de dag verdeelt. Een slok teveel, dan wordt hij bezopen. Een slok te weinig, dan voelt hij zich net niet lekker genoeg. Van dit opmerkelijk zelfregulerend regime wordt slechts afgeweken wanneer de maandelijkse uitkering komt. Dan koopt hij zich een fles Jameson en laat zich genietend vollopen. Op deze dagen doe ik de gordijnen dicht en de lichten uit.
Hij bezoekt mij nog jarenlang, zelfs wanneer wij al aan het Lippepad wonen. Een half uur met de bus en dan nog een stuk lopen. Tot zijn dood gaat hij er prat op dat hij mijn zoon Diederik lopen heeft geleerd, en dat hij de uitvinder is van de nickname “Didi”. Ik wil zulks niet bestrijden, en het is hem van harte gegund.
Op 12 maart 2002 wordt hij overreden door een veel te hard rijdende auto op de Rolderhoofdweg, ter hoogte van de Teenslaan. Hij is al bijna overgestoken, maar loopt terug om zijn hond te redden. Deze heeft het overleefd.
Precies tien jaar later - een dag voor mijn tweede gedwongen uithuisplaatsing - bezoek ik zijn graf, samen met Betsy Henderiks en Monique de Groot, de zuster van Esther. Ik neem de geleende elpee van Thin Lizzy mee om hem die eindelijk maar eens terug te geven. “Live and Dangerous” is de titel. Wij schenken ons elk twee vingers Jameson whiskey in en drinken op zijn nagedachtenis. De fles, nog driekwart vol, blijft staan bij het handgeschilderde kruis. Ik heb hem de afgelopen zes maanden flink geraakt, en zal op dringend advies van zielknijper Peter Simons een jaar niet drinken.
Thin Lizzy - Wild One



