Tuba Jubalis
lipspanning
talent
Het viel niet meer te ontkennen: ik was een muzikaal kind. Zulks kwam al honderden jaren in vele huisgezinnen voor, en in ons eenvoudige milieu was het gebruikelijk deze kinderen op orkest te sturen. Immers, voor een piano of viool ontbraken de middelen, en ik was lang geen Wolfgang Amadeus. Door het kind lid te maken van een muziekvereniging, kreeg het een instrument in bruikleen en een half uur in de week onderricht. De contributie was voor elk gezin gemakkelijk op te brengen.
Mijn lieve broeder Jacob was een blauwe maandag bij de Chr. drumband U.D.I (Uitspanning Door Inspanning), maar is nooit een drummer geworden. In mijn geval was het erger. Op 9-jarige leeftijd werd een melodisch talent geconstateerd, en dientengevolge werd ik ingedeeld bij de Chr. fanfare “Oranje”, waarvan mijn vader al sinds jaar en dag de vaandeldrager was. Hij was een begaafd smoelschuiver in huiselijke kring, maar in de instrumentatie van het fanfareorkest was de mondharmonica niet opgenomen.
brassband
Behandelen wij thans beknopt het verschil tussen brassband, fanfare en harmonie. Aangevuld met enig slagwerk, zijn het alle blaasorkesten. De brassband heeft uitsluitend koper en blik, zoals trompetten, trombones, cornetten en saxhoorns. Hoewel uitgevonden door dezelfde Adolphe Sax, is een saxhoorn geen saxofoon. Zie het meer als een trompetfamilie met een conische ipv een cilindrische boring, in allerlei formaten van hoog tot laag. De klank is ronder en mist de schettering die wij van de trompet en de trombone kennen. Deze eigenschap is van groot belang om de sound van het orkest te kleuren.
fanfare
De fanfare heeft hetzelfde palet aan klanken, maar is groter en heeft als belangrijke toevoeging de familie der saxofoons. Deze worden aangeblazen met een riet, waardoor de toon een heel andere golfvorm krijgt. Beschouwen wij de trompet als een blokgolf, dan lijkt de saxhoorn meer op een sinus en de saxofoon op een zaagtand. Op deze manier is het hele orkest te vergelijken met een analoge synthesizer. Door de golfvormen te mengen, waarbij gespeeld wordt met amplitude en modulatie, is elke gewenste klank te maken.
harmonie
Dan hebben wij als laatste het harmonie-orkest. Dit omvat alle bovenstaande instrumenten, alsmede de klarinetten- en fluitenfamilies. Het wordt beschouwd als het meest veelzijdige blaasorkest. Er kunnen klanken worden gemaakt, die met geen van beide bovenstaande ensembles bereikt worden. Mijn lieve muzikale vriend Theo van Halen, over wie ik het laatste woord nog niet heb geschreven, werd als kind bij zo’n harmonie ingedeeld. Zijn herinnering is als volgt: bij de eerste aanmelding moesten de nieuwe leden op een kartonnetje bijten. De tandafdruk bepaalde vervolgens welk instrument voor het kind het meest geschikt was. In zijn geval, de klarinet.
uniform
Zo’n afdruk werd van mijn tanden niet gemaakt. Ze zou ook moeilijk te interpreteren zijn geweest, daar mij de elementen alle kanten op groeiden, voor en achter elkaar langs. Een beschamende omstandigheid, waar ik zeker nog op terugkom. Uit pragmatische gronden werd mij een bugel toegekend, een saxhoorn met de lengte en het bereik van de normale trompet, maar wat dikker en ronder. Ik troonde het aan mijn jeugdige persoon toevertrouwde zwaar verzilverde instrument mee naar huis, alwaar ik er naarstig maar tevergeefs poogde de eerste tonen aan te ontlokken. Mijn eerste les was een week later, maar voordien werd ik nog uitgenodigd voor een bezoek aan de coupeur, om mij een uniform te laten aanmeten. De dracht van de Chr. Fanfare “Oranje” was stemmig zwart met een gouden bies op de broeknaad. De blazer was voorzien van epauletten op de schouders in goud en oranje. Erbij kwam een pet in dezelfde kleuren. Trots marcheerde ik ermee door de achterkamer, hoewel ik nog geen noot kon uitbrengen.
noten
De muzieklessen werden gegeven door dhr. H.J.Evers, die ook als dirigent van het orkest optrad. Een professioneel musicus, in dienst van de befaamde Koninklijke Militaire Kapel “Johan Willem Friso” te Assen. Op vriendelijke en zeer bekwame wijze leerde hij mij het notenschrift en de vaardigheid om dit in klanken om te zetten. Wellicht geholpen door mijn jarenlange interesse in de kerkzang - waarbij ik reeds als kleine jongen probeerde de noten te lezen - en door enig talent dat ik van mijn muzikale vader had meegekregen, haalde ik in korte tijd het A-brevet. Dit was een vereiste om mee te mogen spelen in het 45-koppige orkest, dat repeteerde in de kantine van voetbalvereniging LTC1 aan de Echtenstraat. Elke donderdagavond fietste ik welgemoed oostwaarts teneinde het geleerde in de praktijk te brengen.
rusten
Theo en ik zijn het hierover roerend eens: er bestaat geen beter fundament voor een muzikaal kind dan toetreding tot een orkest. Het belangrijkste dat er wordt aangeleerd en verder ontwikkeld, is het vermogen tot samenspelen. Het ego raakt op de achtergrond. Het doel is, als collectief de klanken te produceren, zoals de componist die bedoeld heeft. Soms is een bepaald instrument daar helemaal niet bij nodig, en moet de bespeler wachten tot hij weer aan de beurt is. Afhankelijk van zijn plaats in de hiërarchie zullen dikwijls minutenlang rusten geteld moeten worden. Veel muzikanten die ik in vijftig jaar muziekmakerij ontmoet heb, kunnen zich niet stilhouden. Zelfs Michiel Koperdraat niet. Ook over hem heb ik nog genoeg stof tot schrijven.
Langedijk Talmastraat Combinatie




