Pater omnia potens
spijkers als water
pater in domo
Vader was dikwijls bij huis tijdens de werkuren van de reguliere huisvader, hetgeen voortkwam uit de onregelmatigheid van zijn betrekking bij het gevangeniswezen. Soms werkte hij een week des nachts en had dan weer vier dagen vrij. Er waren late diensten en vroege diensten. Waar het voor ons kinderen op neerkwam was, dat wij hem veel zagen. En dat vervulde onze harten met vreugde. Soms lag hij overdag te slapen, maar nooit langdurig - te lief was hem de tijd die hij met zijn gezin kon doorbrengen.
Zelden kwam hij thuis met lege handen. Terugfietsend van het Huis van Bewaring maakte hij meestentijds een tussenstop bij vishandel Otto Nijboer of Cafetaria Jan de Jong om zijn geliefde nazaten te verrassen met een hartige snack. Het best smaakten mij de gerookte makrelen, die hij met vaardige handen van de graten ontdeed.
op de fiets
Dikwijls werd ik meegenomen op zijn hoge Union herenrijwiel – voorop of achterop, al naar gelang mijn leeftijd. In mijn jongste jaren zat ik op een kinderzadel, gemonteerd op de stang; de voetjes rustend op een dwarsstaaf langs de schuine voorbuis, de handjes op het grote stuur. Liet Vader zijn handen los op de rechte stukken, dan was ik het die de macht kreeg over het vehikel. Soepel bewoog ik mee met de natuurlijke slingering, en wist met kleine correcties het gevaarte rechtop te houden – groeiend in Vader's onbeperkte vertrouwen.
Zo snel nam mijn lengte toe, dat ik aan de bochten niet meer toekwam. Op de pakjesdrager was het opletten geblazen: al te vaak had een kind jammerlijk zijn voetje verloren tussen de spaken, en vingertjes konden wreed worden afgerukt door de spiraalveren van het zadel. Ik stak mijn benen veilig weg in de bruine canvas fietstassen en hield me stevig vast aan Vaders koppelriem met de dubbele rij gaten.
boodschappen
Wij bezochten dan verschillende winkels en werkplaatsen. Altijd werd hij hartelijk begroet, als een goede vriend. Vervolgens werden zaken besproken en dingen geregeld, die mijn kinderpetje te boven gingen. Ik was gefascineerd door de spullen die er stonden en de geuren van carbid, kolen, petroleum en gesmolten metaal. Zie ik nu een zogeheten Steampunk movie, dan ruik ik deze geuren in gedachten.
Hij had connecties in de hele stad, tot over het spoor. Achteraf werd mij duidelijk dat veel van deze jongens wel eens gebromd hadden, en wel in Veenhuizen of in het Huis van Bewaring te Assen. Daarbij kwam dat mijn vader een nonchalante, authentieke uitstraling had, die bij veel mensen sympathie opriep. Hier op Kreta overkomt mij hetzelfde: tal van mannen die ik helemaal niet ken, worden terstond verliefd op mij, voordat ik een woord heb gesproken.
Vader deed de boodschappen voor het hele gezin, daar Moeder zelden de woning verliet. De bedenkelijke cultuur van de huis-aan-huis reclamefolders was al begonnen, maar bovendien noteerde hij de aanbiedingen die aan de buitenkant van de diverse winkels werden aangekondigd. Daardoor was hij feilloos op de hoogte van het geringste prijsverschil, waar vervolgens ook ten volle van moest worden geprofiteerd. Was het voordeel slechts enkele centen, dan werden tien of twintig van de items ingekocht, teneinde de winst te maximaliseren. Zodoende bezochten wij wel vier of vijf supermarkten op één dag.
spijkers en schroeven
Het schuurtje achter in de tuin was zijn domein. In de ogenschijnlijke wanorde van gereedschappen en voor hergebruik bestemde materialen wist hij feilloos de weg te vinden. Harken, schoffels en spaden hadden plaats in de hoeken, en in U-vormige houders hingen lange planken aan de dakbalken. Mijn favoriete bezigheid was het roeren in de spijkerpot, een oude geëmailleerde pan, gebutst en aan de randen verroest, waarin schroeven, spijkers en ander klein ongesorteerd materiaal werden bewaard.
De inhoud had haar eigen dynamiek, als in een vloeistof. Hoewel men mag aannemen dat de soortelijke massa van alle onderdelen grofweg dezelfde was, kwamen de grootste bovendrijven, en verzamelden zich de kleinste op de bodem. Een fenomeen dat zich ook voordeed in mijn bak met Legosteentjes, en dat beter is te verklaren door het begrip dichtheid, dat ik eerst op de middelbare school leerde kennen. Met een lange bout bracht ik de massa in beweging om zonder letsel aan mijn vingertjes de door Vader gewenste spijkertjes aan de oppervlakte te brengen.
In de dagen voor de introductie van de krachtige batterijgevoede schroefboormachine was de spijker nog gemeengoed. Een snelle en efficiënte wijze van bevestigen, die reeds in zwang was bij de Romeinen. Was onze Verlosser in de eenentwintigste eeuw gekruisigd, dan hadden de in camouflagepakken geklede manschappen zich ongetwijfeld bediend van Makita’s en deWalts om de snelbouwschroeven in het hout te jagen, enige tie-wraps aanbrengend ter versteviging. En passant onze Christelijke jaartelling een reset toebrengend, die de millenniumbug zou doen verbleken.
Voorlopig verschoond van latere blasfemistische gedachtensprongen en met de geest nog betrekkelijk zuiver, wijdde ik mij aan de toegewezen taak: het boven water brengen van een aantal nagels van gelijke lengte, in verschillende orden van kromheid. Op een roestig, driebenig aambeeld uit de inventaris van een schoenmaker werden ze rechtgeslagen, daarbij hun identiteit verliezend in de gelijkvormigheid.
Met zaag en hamer bouwde hij constructies in de tuin. Zo werd een kippenhok daargesteld, dat later een volière werd. Aanvankelijk voor de eieren, later voor puur genoegen, werden pluimvee en siergevogelte in gevangenschap gehouden, een penitentiaire instelling in het klein. De heenrichting dezer opstallen volgde ik met grote bewondering. Zoals bij al zijn bouwwerken gebruikte hij vierkante balken, door middel van een zogeheten halfhoutse overkeping met elkaar verbonden. Enige sneden van zijn scherpe zaag en een welgemikte klap van de hamer voldeden om solide en perfect passende verbindingen te realiseren. Als er in die tijd YouTube had bestaan, had hij duizenden views gekregen.
grote dingen
Mijn vader werd mijn idool, mijn lichtend voorbeeld. Er was immers niets wat hij niet kon. Zo wilde ik ook worden: de Alles Man. Wat ik ook deed, het moest zijn goedkeuring kunnen wegdragen. “Jij komt tot grote dingen, Jurrie.”
Zo werd ik een strebertje, een Pietje precies. Soms een vervelend betwetertje. Maar ook: een alleskunner. Ik hoopte mijn vader ooit voorbij te streven in kennis en vaardigheden - om jaren later mijn eigen zonen in mijn voetspoor te zien treden, waarbij ze langzamerhand zelf het stuur in handen namen.



