Nutrix Industrialis
en de illusie van smaak
"Der Mensch ist, was er isst." – Ludwig Feuerbach
de Brinta-generatie
Geen van ons vijven is met succes bij Moeder aan de borst gelegd. Wij bleven derhalve verstoken van alle meetbare en onmeetbare voordelen die de verse melk van de eigen moeder kan bieden. Fortuinlijkerwijs vond reeds in 1885 de Duitse professor Alexander Backhaus een manier om caseïne uit koemelk te verwijderen, wat het dierenzog geschikt maakte voor consumptie door baby’s. De firma Nutricia verwerkte deze onmelk tot een gemakkelijk op te lossen poeder, dat werd aangeprezen als superieur aan het natuurproduct van de stillende vrouw. Met toegevoegde vitamines, sporenelementen en essentiële vetzuren zouden groei en gezondheid bevorderd, de ontwikkeling van het brein gestimuleerd en de nachtrust van de ouders verzekerd worden. Voor de overgang naar vaste voeding voorzag hetzelfde Nutricia eveneens in de behoefte. Nutrix en Bambix waren voedzame ontbijtpappen met een hoogwaardige samenstelling, die het kindermaagje langzaam deden gewennen aan de hoogbewerkte voedingsproducten van een moderne samenleving. Een geduchte concurrent was echter in opkomst.
Toen op 19 januari 1963 NOS-journalist Joop van Zijl elfstedentochtwinnaar Reinier Paping vroeg, wat zijn ontbijt was geweest voorafgaand aan de race - die wordt aangeduid als “de hel van ‘63” - was zijn laconieke antwoord: “Och, wat lichte kost. Een bord Brinta”. Vanaf die dag verscheen op elke vaderlandse ontbijttafel het karakteristieke gele pak met de rode letters, geproduceerd door de W.A. Scholtens Chemische Fabrieken te Foxhol.
Mijn oudere gezwisters klopten zich iedere ochtend de lichtbruine tarwevlokken in de warme melk, in de hoop zichzelven de kracht en het uithoudingsvermogen van een lange-afstandsschaatser te verwerven. Ik stond er eerder sceptisch tegenover. De grove structuur werkte klontvorming in de hand, en het met de melk vermengde product vertoonde sterke gelijkenis met de brei die men aan varkens pleegt te voeren. Ook beviel mij de naam niet. Ik bleef aan de Nutrix tot ik mijn eerste boterham at.
Zo kregen wij vanaf onze geboorte processed food, zonder enige directe verbinding met de natuurlijke oorsprong. Wat ook niet hielp, waren de drie tot vier volle eetlepels witte kristalsuiker uit Groningse suikerbieten, die een ieder over zijn pap uitstrooide. De snelle kick van de sugar spike, gecombineerd met de aangenaam warme klont in de maag, heeft wellicht de basis gelegd voor latere verslavingen. Mijn pientere broeder Jacob, later master in de sielkunde1, verkondigde reeds op twaalfjarige leeftijd dat alles terug te voeren is op een verlangen naar de moederborst. Roken, drinken, overmatig eten en zelfs gokken en gamen, het zouden fixaties zijn die hun oorsprong hebben in de orale fase. Ik kom hier graag nog eens op terug.
Blue Band
Wij noemden het boter, maar niets was verder bezijden de waarheid. Plantaardige en Dierlijke Vetten, stond er op de wikkel, beide niet nader gespecificeerd. Waarschijnlijk betrof het een mengsel van geraffineerde katoenzaad- soja- en palmolie, verrijkt met een klein gedeelte rundvet (ossewit). De plantaardige fractie is van nature vloeibaar, maar werd gehard met waterstof (het zg. hydrogeneren) om de consistentie en het mondgevoel van boter te benaderen. Dat er bij het harden transvetten ontstaan die het risico op hart- en vaatziekten vergroten, wist men toen nog niet.
Naast de vitamines A en D, die immers echte boter zo gezond maken, waren er velerlei toevoegingen om de kleur, de smeerbaarheid, de houdbaarheid en de smaak te verbeteren. Onze gezondheid speelde een ondergeschikte rol bij de keuze van deze additieven, daar het evangelie van de E-nummers nog niet tot in de Lage Landen was verkondigd. De Codex Alimentarius moest nog worden geschreven en toenmalig WHO gezondheidspaus Marcolino Gomes Candau richtte zich voornamelijk op de bestrijding van infectieziekten zoals pokken. De langzame vergiftiging van een heel volk en haar onwetend kroost stond niet bovenaan de lijst met prioriteiten.
Het product werd gebruikt op de boterham, om het vlees in te braden, gesmolten als saus voor de poffert en als ingrediënt voor zoete baksels. Dit alles met bewonderenswaardig succes, gezien de merkwaardige en veelal pragmatische samenstelling van het product, dat op moleculair niveau meer op plastic leek dan op boter. Wij waren er zo aan gewend, dat we Opoe’s uit echte room van de koe gekarnde favoriete broodsmeersel met argwaan betrachtten vanwege de onbekende smaak. In 1960 kostte margarine 𝑓0,66 per 250g, voor een even zwaar pakje roomboter moest men 𝑓1,95 neerleggen.
Maggi
De Zwitser Julius Maggi ontdekte in 1886 een proces om plantaardige eiwitten te scheiden in afzonderlijke componenten. Deze hydrolyse geschiedde door de zwarte sojabrei onder hoge druk en temperatuur te behandelen met een sterke zoutzuuroplossing, die de peptiden breekt en leidt tot de vorming van vrije aminozuren zoals glutaminezuur. Bij het neutraliseren met natronloog, onder het gewone volk beter bekend als gootsteenontstopper, ontstond dan de bekende smaakversterker mononatriumglutamaat, bij de Amerikanen MSG genoemd en bij de Chinezen ve-tsin.
Hoewel dikwijls wordt beweerd dat de bedrieger ook voorkomt in vlees, tomaten en oude kaas, is zulks een verdraaiing van de feiten. In genoemde triade betreft de verwarring het op natuurlijke wijze gevormde vrije glutaminezuur, dat een vele malen complexere umamibeleving opwekt bij de ervaren proever. MSG blijft, hoe men het ook wendt of keert, een industrieel chemisch product, hoewel de Chinezen - wellicht minder frequent geplaagd door verstopte gootstenen - het iets minder grof aanpakken.
De eenpuntige illusie van smaak werd echter alom gewaardeerd, aan de eettafel zowel als in de horeca. Het verslavende goedje zat in elk pakje soep, en natuurlijk in vloeibare vorm in het karakteristieke bruine flesje. In cafés en restaurants stond het brouwsel samen met zout en peper op tafel in een gemeenschappelijke houder, een armzalige morfologie van de Calvinistische heilige drieëenheid. Nog immer vindt men het duivelsdrek in een veelheid aan industriele toebereidingen, van leverworst tot hartige kaasstengel.
Wij schudden het kwistig in alle spijzen en soepen, alvorens de van dag tot dag met onbaatzuchtige liefde door Moeder gewrochte heerlijkheden zelfs maar te proeven. Ik ontwikkelde, daarbij niet gehinderd door een overmaat aan gastronomisch inzicht, mijn eigen topping voor de in margarine gebakken Brintapannekoeken - een dikke laag suiker, besprenkeld met een ruime hoeveelheid Maggi. Langzaam zag ik het bruine sojaderivaat zich als een olievlek verspreiden in de hooggeraffineerde kristallen, alvorens met aandacht te genieten van de platte smaken die zich in mijn mond vermengden. Ten dele vervulde zich aldus de herhaalde profetie van Vader: “Jij komt tot grote dingen Jurrie!”
sielkunde (selfstandige naamwoord)
[Afrikaans]
Die wetenskaplike studie van die menslike gees, denke, gevoelens en gedrag.
Die akademiese en professionele dissipline wat gemoeid is met die begrip, beskrywing, verklaring en verandering van menslike gedrag en psigiese prosesse.
Sinonieme: psigologie
Etymologie: Afgelei van siel (“gees, innerlike wese”) + kunde (“kennis, leer”).
Voorbeeldgebruik:
“Sy het sielkunde aan die Universiteit van Stellenbosch gestudeer.”
“Sielkunde help ons om mense se gedrag beter te verstaan.”




