Initium sapientiae
nat pak
Naom Chomsky
Dhr. Havinga, directeur van de Tweede Geref. Basisschool te Assen en tevens docent van de twee hoogste klassen, schreef in mijn laatste rapport: “Heeft heel goede kansen op het Lyceum”. De cijferlijst bood daartoe inderdaad voldoende grond. Lees ik de aanvullende handgeschreven opmerkingen, zoals “Is soms ongehoorzaam” en “Doet nogal eens verkeerde dingen en loopt dan straf op”, dan heb ik mijn twijfels. We zullen zien.
Alvorens toegelaten te worden tot de tempel van het gereformeerde intellect, diende ik een proefklas te bezoeken op de laatste vijf zaterdagen voor de zomervakantie. De cursus was zó opgezet dat niemand iets had aan uit het hoofd geleerde kennis. Bij wiskunde leerden wij omgaan met het binaire stelsel, waar geen van ons ooit van had gehoord. Dit was twintig jaar vóór mijn eerste PC met MS-DOS. Bij Nederlands werd een systeem van zinsontleding onderwezen dat niet gebaseerd was op de vertrouwde driedeling van onderwerp, gezegde en lijdend voorwerp, maar op een aanvankelijk volstrekt ondoorgrondelijke Chomskyaanse structuurgrammatica.
De proefklas was een experiment voor leerling en leraar beide. Na de eerste les kwam ik thuis met een hoofd vol nieuwe ideeën, en kon niet wachten tot de volgende zaterdag. Helaas kwam geen van deze onderwerpen later nog aan bod. Het was een slimme selectieprocedure geweest, bedoeld om de hard studerende, maar matig intelligente kandidaten eruit te vissen. Joop van Dijken werd veroordeeld tot het HAVO, ik werd geschikt bevonden voor het VWO, met een aanbeveling voor het Gymnasium. Verheugd en met dankbaarheid aan de Allerhoogste lazen mijn ouders het rapport, en zagen mij in gedachten al het Woord verkondigen vanaf de kansel. God hebbe hun ziel, maar niets was minder waarschijnlijk.
D.V.M.
De Drentsche Vervoer Maatschappij onderhield de busdienst op de lijn Assen - Groningen. Vijf keer per week reisde ik met deze bus op en neer. En ik was niet de enige. Het Gereformeerd Lyceum/HAVO trok van heinde en ver gereformeerde kinderen, die soms uren onderweg waren. Mijn reis duurde drie kwartier en volgde de oude weg langs Vries, De Punt, Glimmen en Haren. Elke week kreeg ik 14 gulden om mij een 10-ritten stempelkaart aan te schaffen. Bewerkte men de kaart met haarlak, dan was het stempel er eenvoudig weer af te vegen en ging de kaart aanzienlijk langer mee. Bovendien ging ik liften als ik er tijd voor had, zodat ik wat extra geld in mijn zak kon steken.
Drum
Onder de school bevond zich een fietsenkelder voor honderden fietsen, die ook de rookplaats voor de leerlingen was. In tegenstelling tot de leraren was het ons namelijk verboden om in de klas te roken. Hiermede werd aangevangen vanaf het eerste leerjaar. Afgezien van het obscure door enkele nonconformisten gerookte Javaanse Jongens (dat wij in geografische onkunde schaamhaar van Molukkers noemden) had men de keuze uit Drum of Samson. Deze keuze was er geen van smaak, maar van politiek. Het merk shag dat werd gerookt was bepalend voor toetreding tot een van de twee kampen, die zich bovendien onderscheidden in kleding en muziekvoorkeur. Wij Drumrokers waren van boven tot onder gekleed in blauw denim van het merk Levi’s en luisterden muziek van onder andere The Rolling Stones, Neil Young en Jimi Hendrix. Hoewel ik de composities van The Beatles, Queen en Abba muzikaal interessant vond, kwam ik daar niet rond voor uit. De groep was toch een soort familie, en zo’n saamhorigheid gaf mij altijd een warm gevoel van binnen. Er waren echter legio manieren om zich anderszins te profileren.
kopij
“Kan uitstekend tekenen”, stond er ook in het eindrapport van de lagere school. Ik sloot mij aan bij de redactie van de onafhankelijke schoolkrant De Brulboei, officieel als tekenaar van cartoons, maar ik werd al snel ingezet bij alle voorkomende werkzaamheden. Ik kreeg toegang tot de stencilmachines in de kelder, waar het periodiek maandelijks van de persen rolde, met de hand werd gestapeld en samengeniet.
Teksten werden rechtstreeks getypt op zogeheten stencilvellen: wasachtige pagina’s in negatief, waarin de typemachine openingen sloeg waar de inkt later doorheen werd geperst. Voor afbeeldingen kwam het hoogst moderne electrostencil in actie, een soort mechanische voorloper van de kopieermachine. Lasers kenden wij alleen uit sciencefictionromans. Graag bracht ik mijn tijd door tussen de apparaten, met de scherpe geur van de dikvloeibare inkt in de neus. Hoewel ons werk werd gedoogd - en zelfs bekostigd - door de schoolleiding, voelden wij ons als rebellen, anarchisten die elk moment de revolutie konden uitroepen. Koren op mijn recalcitrante en provocerende molen; en daarin draafde ik wellicht een beetje door.
De oude rector Buffinga placht zich tijdens rookpauzes op irritante wijze tussen de leerlingen in de kelder te bewegen, de vloer aanvegend met een groot formaat straatbezem, en ons ongevraagd terecht te wijzen bij wat hij ongewenst gedrag vond. In een vlaag van artistieke inspiratie tekende ik hem als een heks, vliegend op zijn brede bezem, verwensingen en bedreigingen naar beneden snauwend in een schreeuwend lettertype. Overleg was nooit mijn sterkste kant, en omdat ik alle machines zelf bediende kon het gebeuren dat de redactie de spotprent pas onder ogen kreeg toen het boekje reeds was verspreid. Oude Buff, zoals hij werd genoemd, was not amused, en ik werd verbannen uit de stencilruimte. Een nieuwe tekenaar werd aangesteld, met een minder rijke fantasie.
Annemarie Alkema
Ik deed een uitvinding die viraal ging, zij het alleen onder de jongens op de achterste bank. Als steeds was het een inventie die gebruik maakte van bestaande technieken uit verschillende vakgebieden, gecombineerd tot een nieuwe toepassing. Uit de resten van mijn emplacement modeltreinen, die ik reeds lang niet meer benutte, had ik de beschikking over een groot aantal kleine banaanstekkertjes, die eens dienst hadden gedaan om de seinen, wissels en schakelrails met elkaar te verbinden. Onder het minuscule schroefje aan de kabelzijde paste met opmerkelijke precisie de platte kant van Moeders naaimachinenaald, en in de gleuf aan de steekzijde kon een driehoek van dun, maar stevig papier worden geklemd.
Aldus ontstond een klein wonder van ballistiek en aerodynamica, een minidart die in rechte lijn het lokaal kon doorkruisen om te landen in het schoolbord. Ik produceerde ze in serie, teneinde wiskundeleraar Slager het leven zuur te maken. Een alleraardigste man in wezen, maar niet in staat om de orde in de klas te handhaven. Op gezette tijden trof hij weer een pijltje aan tussen zijn met zorg in krijt uitgeschreven formules, en vertoonde dan de door ons gewenste reactie. Een onschuldig vermaak van verveelde jongeren, waarbij geen andere schade werd aangericht dan de nauwelijks waarneembare gaatjes in het bord.
Totdat Herman van der Ploeg zijn kruisraket tevoorschijn haalde. In een van de koperen pootjes uit een 220V contactstop had hij een scherpe tien centimeter lange naald geschroefd, met aan de andere kant een vleugel uit fotokarton. “Nee Herman!”, wilde ik nog roepen, maar reeds was het projectiel begonnen aan een parabolische vlucht, die eindeloos leek te duren tot ze haar eindpunt bereikte in de zevende rugwervel van Annemarie Alkema, die gebukt over haar schrift ijverig de formules van het bord overschreef.
Meester Slager gaf voor het eerst blijk van enige daadkracht, door Annemarie met zorg te bevrijden van haar onvrijwillige lumbaalpunctie. In de plotseling opgetreden doodse stilte hoorden we het metaal kraken in haar gebeente tijdens het loswrikken. Herman hield zich gedeisd en ik zou hem nooit verraden, zodat ik als uitvinder en instigator de klas werd uitgestuurd met het bevel mij te melden bij Oude Buff. Wat de straf was, kan ik me niet herinneren. Voor mij als recidivist zal ze niet misselijk geweest zijn.
Sirtaki
Joop van Dijken was terechtgekomen op het HAVO, maar dikwijls zaten we in dezelfde bus. Op een koude wintermorgen zagen we Herman, Joop Buikema en nog een aantal jongens zich ophouden aan de rand van de vijver. Er lag een laagje ijs op, dat duidelijk niet dik genoeg was om een mens te dragen. De hoogbegaafde Herman - die het, zoals wij inmiddels weten, aan durf niet ontbrak - achtte het echter reeds geschikt om op te taaien.
Bij het taaien wordt een lange rij gevormd van deelnemers, die zich zoals in de Griekse Sirtaki bij de schouders vasthouden. Ze lopen in kleine, snelle en synchrone passen over het ijs, waarbij ze de voeten voorzichtig plaatsen. Voor de lopers ontstaat een boeggolf zodat ze zich in een dal bevinden, dat door zijn gebogen vorm het ijs net genoeg stevigheid geeft. Is het front gepasseerd, dan breekt het ijs in stukken. De activiteit is bij uitstek geschikt voor het zogeheten team-building, daar ze gebaseerd is op vertrouwen en het loslaten van onredelijke angsten.
Allen - Joop had zijn bedenkingen - vertrouwden op Hermans oordeel en er werd een begin gemaakt met het vormen van de rij. Hierbij liepen de zwaarsten in het midden, zodat ik aan een van de uiteinden belandde, met Joop schouder aan schouder. Reeds op het aflopende talud stemden we het ritme van onze passen af op het aftellen van de leider, en daar ging het in een voorzichtige, maar gestage halfdraf het ijs op. De golf begon zich te vormen en alles ging wonderbaarlijk goed.
Zoals te verwachten was, kreeg mijn lieve vriend halverwege de zenuwen. Achteromkijkend naar het in duizend stukken brekende ijs, zoals de vrouw van Lot1 bij haar vlucht uit het brandende Sodom, vergat hij in het tempo te blijven en zakte er door, waarbij ik werd losgemaakt van de groep en hem moest volgen in de ondergang. Tot net onder het middel stonden we in het ijskoude water, terwijl de rest met droge voeten de overkant bereikte. Wij veranderden niet in zoutpilaren, maar in ijspilaren.
Joops zuster Herma - van wie ik de naam nog weet omdat ze leed aan een hernia - was woonachtig in Stad2, slechts een paar blokken van de ramp vandaan. Wij verzuimden de eerste drie lesuren om bij haar warme kachel onze spullen te drogen. Wederom had Joop ons door zijn angsthazerij in een vervelende situatie gebracht, maar mijn trouw kende geen einde. Ware vriendschap is sterker dan een nat pak.
Gen. 19:26
Maar zijn vrouw zag achter hem om, en werd een zoutpilaar.
Ain Pronkjewail in golden raand
is Grönnen, Stad en Ommelaand!




Wat weer geweldig mooi geschreven. Ik kijk al weer uit naar het volgende substakel.